Pythonia Pagode is de baas van een rijk, omdat ze als enige over een boek beschikt waar álles in staat. Ook de namen van haar onderdanen. Als zij die doorstreept houden de mensen op te bestaan. Maar de jongeren vertellen elkaar stiekem verhalen over een andere wereld, waarin ze vrij kunnen zijn. Ze beramen een plan om het boek van Pythonia te bemachtigen. Lukt dat? En zo ja, hoe moet het dan verder?
> voor: Brabant Koor en kinderkoren
> muziek: Jetse Bremer
> regie: Ine van Geel
Het staat erin
Hoe je aardappels moet bakken,
hoe je koffers in moet pakken,
hoe je nut hebt van de zakken
in je broek,
hoe rivieren zich vertakken,
hoe de stoelgang werkt bij slakken
hoe je naar een snack kunt snakken
om de hoek.
Het staat allemaal, allemaal in het boek.
In het boek staat wat een mens zoal moet weten.
’t Is opgeschreven dus je kunt het niet vergeten.
Hoe je uitdijt in de breedte
door een opgehouden vloek –
het staat allemaal, allemaal in het boek.
Hoe je scheel kijkt in de tropen,
hoe je naar de maan kunt lopen,
hoe je ginnegap kunt kopen
met je pin,
hoe je thee in koek kunt dopen
van je snot een touw kunt knopen
zelfs hoe muizen huizen slopen
staat erin!
Het staat allemaal, allemaal in het boek.
In het boek staat wat een mens zoal moet weten.
’t Is opgeschreven dus je kunt het niet vergeten.
Van de gaartijd van het eten
tot de paartijd van de snoek –
het staat allemaal, allemaal in het boek.
Pythonia Pagode is de baas van een rijk, omdat ze als enige over een boek beschikt waar álles in staat. Ook de namen van haar onderdanen. Als zij die doorstreept houden de mensen op te bestaan...
x
Als de koning op zekere dag thuiskomt zonder kroon zet de koningin hem op straat. De koning dwaalt door het land. Op zoek naar de kroon gaat hij onder meer als knecht aan de slag bij een bakker en op een boerderij. Daar sluit hij vriendschap met een varken. Wil hij nog wel terug als hij zijn kroon gevonden heeft?
> voor: Sprankel & Blos
> muziek: Jetse Bremer
> regie: Sander Buckers
Een koning zonder kroon
Een hommel blijft een hommel
ook al vliegt-ie op zijn kop.
Een schommel blijft een schommel
ook al zit er niemand op.
Een vogel die nog nooit iets heeft gezongen
blijft een vogel ook al houdt-ie steeds zijn bek.
Een jongen in een rokje blijft een jongen
ook al vind je dat wel gek.
Maar een koning zonder kroon
is alleen maar een persoon.
Die is gewoon niet meer
dan een juffrouw of meneer.
Hij was de baas van heel het land
maar nou is-tie niks meer, want:
een koning zonder kroon
die is gewoon … eh, tja, poeh, nou …
… gewoon.
Een spruitje blijft een spruitje
ook al eet je het niet graag.
Een truitje blijft een truitje
ook met vlekken in de kraag.
Mijn broer houdt niet van taart en niet van ijsjes
toch blijft hij wel mijn broer met zo’n gebrek.
En meisjes met een plaksnor zijn toch meisjes
ook al staat hun dat wel gek.
Maar een koning zonder kroon
is alleen maar een persoon.
Die is gewoon niet meer
dan een juffrouw of meneer.
Hij was de grote nummer één
ja, maar nou zegt iedereen:
een koning zonder kroon
die is gewoon … pff, gut, ach, uuh …
… gewoon.
Als de koning op zekere dag thuiskomt zonder kroon zet de koningin hem op straat. De koning dwaalt door het land. Op zoek naar de kroon gaat hij onder meer als knecht aan de slag...
x
Mannen en vrouwen van middelbare leeftijd komen samen voor een reünie van hun middelbare school. Er worden herinneringen opgehaald aan leraren, aan strafwerk en pesterijen. Er wordt gepraat over dromen van toen die al dan niet zijn uitgekomen, over de tijdgeest die zo veranderd is. Het gaat er gemoedelijk aan toe, totdat oude wrijvingen hun kop opsteken. Verandert een mens wel echt? En waar is die al te geslaagde zakenvrouw eigenlijk op uit? Er dreigt een dramatische ontknoping.
> voor: vocal group Close Up, Alkmaar
> muziek en leiding: Jetse Bremer
> regie: Marijke de Wit
Niet meer zo jong
Gelukkig ben ik niet meer zo jong.
Wanneer er iets gebeurt
kan ik medeleven tonen.
Ik word niet meer verscheurd
door emoties en hormonen.
Hoe vaak ik ook het droeve lot van ouder zijn bezong,
gelukkig ben ik niet meer zo jong.
Gelukkig ben ik niet meer zo jong.
Niet elke mooi vent
is meteen een hartenbreker.
Je weet nu wie je bent:
niet meer altijd zo onzeker.
Al weet ik dat de tijd ook al mijn harstochten bedwong,
gelukkig ben ik niet meer zo jong.
Je weet in zware tijden dat er hoop is
en dat de zon weer schijnt na elke nacht.
Je weet nu wat er overal te koop is,
al is dat minder dan je had verwacht,
heel wat minder dan je had verwacht.
Gelukkig ben ik niet meer zo jong.
Er is een evenwicht,
er zijn minnen, er zijn plussen.
Je denkt niet meer zo licht
over zomaar iemand kussen,
over alles wat je wilde maar je wijselijk verdrong,
gelukkig ben ik niet meer zo jong.
Je weet in zware tijden dat er hoop is
en dat de zon weer schijnt na elke nacht.
Je weet nu wat er overal te koop is,
al is dat minder dan je had verwacht,
heel wat minder dan je had verwacht.
Mannen en vrouwen van middelbare leeftijd komen samen voor een reünie van hun middelbare school. Het gaat er gemoedelijk aan toe, totdat oude wrijvingen de kop opsteken...
x
Een man zwerft rond, omdat de televisie en internet hem steeds meer tegenstaan. Maar wat moet je dan in de moderne tijd? Hij steekt in een bescheiden odyssee zijn licht op bij diverse mensen en uiteenlopende gezelschappen als de carnavalsvereniging, sportclubs en kinderen in een speeltuin. Langzaam maar zeker begint hem iets te dagen.
> voor: Veldhovens Mannenkoor
> muziek: Jetse Bremer
Het glas-in-loden licht
Veel mensen komen hier niet meer
maar ik laat de kaarsen branden;
voor mezelf – en voor de Heer
als offerande.
Er wordt weinig meer geloofd
maar wie hier toch aan komt lopen
vindt verlichting voor zijn hoofd;
zijn hart gaat open.
Het komt misschien doordat de Heer hieronder
haast ongemerkt over Zijn dwaze kudde waakt.
Of door het glas-in-loden stralenwonder
waardoor de allerdrukste ziel zijn zoeken staakt.
In dit huis is er voor ieder iets te winnen
of je nu wel of niet gebeden tot Hem richt,
ook al kom je hier alleen maar even binnen
voor de stilte of het glas-in-loden licht.
Veel mensen komen hier niet meer
maar ik laat de kaarsen branden
en het glas-in-loden licht
valt op mijn handen
en jouw gezicht.
Een man zwerft rond, omdat de televisie en internet hem steeds meer tegenstaan. Maar wat moet je dan in de moderne tijd? Hij steekt in een bescheiden odyssee zijn licht op bij diverse mensen...
x
In een ijskoude winternacht waagt haast niemand zich buiten. Alleen een oude man loopt eenzaam door de sneeuw. Hij sluit vriendschap met een hondje waardoor het leven voor allebei voorgoed zal veranderen.
> voor: Sprankel & Blos
> muziek: Jetse Bremer
> regie: Gérard Pillen
Want het is koud
Wij zitten lekker binnen
met vriendjes en vriendinnen
met vader en met moeder, met mijn opa en de kat.
De kat zit wat te spinnen
en dadelijk beginnen
we lekker aan de erwtensoep en dan gaan we in bad.
Want het is koud, koud, koud,
het is zo koud daarbuiten.
Niemand houdt, houdt, houdt
het nou nog uit daarbuiten.
Het ijs staat op de ruiten,
de sneeuwpop is gebouwd.
Ga jij met je kornuiten
nog naar buiten? Voor geen goud!
Want het is vriezemiezemiezig,
het is koud!
De kou kan ons niet deren.
Toch even controleren
of ieder raam goed dichtzit, zijn de deuren wel op slot?
We kleden ons als beren
in dikke, warme kleren
en eten hete soep met warme worstjes uit een pot!
Want het is koud, koud, koud,
het is zo koud daarbuiten.
Niemand houdt, houdt, houdt
het nou nog uit daarbuiten.
Het ijs staat op de ruiten,
de sneeuwpop is gebouwd.
Ga jij met je kornuiten
nog naar buiten? Voor geen goud!
Want het is vriezemiezemiezig,
het is koud!
We breien wintertruien
tegen alle winterbuien
en hele kleine sokken
voor de kippen in hun hokken.
En ook een nieuwe theemuts want de oude is te oud,
wat is het koud,
brrr, brrr,
het is zo koud!
In een ijskoude winternacht loopt een oude man eenzaam door de sneeuw. Hij sluit vriendschap met een hondje waardoor het leven voor allebei voorgoed zal veranderen...
x
Een groep vrouwen heeft schoon genoeg heeft van het verstikkende leven in Nederland en emigreert naar Elders. Daar lijkt het allemaal veel beter te zijn, er is een grote vrijheid, emoties hebben vrij spel en nergens ligt hondenpoep. Na verloop van tijd blijken er echter heel vreemde gewoontes te bestaan die het de vrouwen moeilijk maakt echt in te burgeren. En waarom bestaat Elders alleen uit vrouwen?
> voor: Fem@il, Almere
> muziek: Jetse Bremer
Voetbal, voetbal
Ach, tweeëntwintig jongetjes gekleed in korte broek,
ze leven in hun eigen natte dromen
en zijn daarbij als dollemannen naar een bal op zoek
maar schoppen die weer weg vanaf een stip of uit een hoek
en barsten uit elkaar van de hormonen
dus spugen ze en laten ze een vloek.
Geef ze een bal
geef ze een bal
dan kunnen ze weer rennen in de wei of in een hal.
Geef ze een bal
een mooie bal
dan spelen ze weer oorlogje, altijd en overal.
Ze breken zich een been of slaan de ander een gezwel
als zij die stomme bal weer eens verliezen.
Ze blijven op hun veldje maar toch staan ze buitenspel
en krijgen ze een mooie kaart dan schoppen ze een rel.
Je bent een man, dus heb je niks te kiezen
want het zit in je genoom en je gestel.
Geef ze een bal
geef ze een bal
en pak hen die niet af want anders krijg je zo een knal.
Geef ze een bal
een leren bal.
O, zie ze in de muur staan met hun hand voor hun geval.
(Spuit Elf:)
En denk je dat je alles hebt gehad,
dan schiet er weer een over, op de paal of op de lat.
Een groep vrouwen heeft schoon genoeg heeft van het verstikkende leven in Nederland en emigreert naar Elders. Na verloop van tijd blijken er echter heel vreemde gewoontes te bestaan...
x
De familie Spook woont al sinds spokenheugenis op een oud en leeg kasteel. Wat mensen zijn weten ze alleen uit oude verhalen. Ze leiden een onbekommerd bestaan totdat ze gestoord worden door enge wezens: kinderen. In een heftige, maar vrolijke confrontatie worden de verschillen tussen spook en mens onderzocht en uitgebuit. Dan verschijnt een enge spokenvanger uit Angelsaksië op het toneel. Zal het de kinderen en de spoken lukken deze dreiging het hoofd te bieden?
> voor: Schudden voor Gebruik, Arnhem
> muziek: Camiel Verhoeven
Echte spoken
Echte spoken zijn doorzichtig
en nogal zeldzaam bovendien.
Echte spoken zijn heel schichtig
je krijgt ze bijna nooit te zien –
echte spoken.
Echte spoken wonen ergens.
Nou ja, ze zijn daar aan de zwier.
Echte spoken wonen nergens.
Nou ja, soms wonen ze wel hier –
echte spoken.
Maar ze voetballen niet want ze hebben geen voeten.
Ze halen geen snot op want hebben geen neus.
En eten? Ze weten niet hoe dat zou moeten.
Ze willen het wel, maar ze hebben geen keus.
Echte spoken zijn niet knijpbaar
Want wie ze vastpakt voelt de lucht
Echte spoken zijn ongrijpbaar
ze zijn zo grijpbaar als een zucht
En daarom bedenk ik me nu al een tijdje -
al tref je ze in de kastelen soms aan -
zet al wat je weet nou eens goed op een rijtje:
wie weet er dan zeker dat spoken bestaan?
Wie weet er nou zeker dat spoken bestaan?
Echte spoken.
Mannen en vrouwen van middelbare leeftijd komen samen voor een reünie van hun middelbare school. Het gaat er gemoedelijk aan toe, totdat oude wrijvingen de kop opsteken...
x
Een treinwagon met toevallig alleen maar vrouwen erin blijft stilstaan in een weiland. Een treinstoring waarschijnlijk, of is er misschien iets anders aan de hand? De concrete vragen die deze crisissituatie oproept worden afgewisseld met bespiegelingen over eten, de natuur die vanuit de wagon te zien is, het op elkaar aangewezen zijn, vrouwelijkheid en maandelijks ongemak, de afwezigheid van mannen en de angst vergeten te worden. De tijd speelt een opvallende bijrol.
> voor: Fem@il, Almere
> muziek: Jetse Bremer
Tot het overgaat
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand
wie heeft hier het mooiste maandverband?
De slechten en de goeien,
ja iedereen moet vloeien –
tot het overgaat.
De lelijken, de mooien,
ze gaan over de rooie –
tot het overgaat.
De slimmen en de gekken
wat doen ze tegen lekken
tot het overgaat?
Wat heb je daar nou voor een ding
en past dat ook nog in een string?
Met vleugeltjes of randjes
van zijde of met kantjes –
tot het overgaat.
Kom op, niet zeuren, meidje
daar springt al weer een eitje –
tot het overgaat.
Al loop je leeg van onder
een vrouw kan toch niet zonder –
tot het overgaat.
Je kunt er niks aan doen, mevrouwtje
je leven hangt soms aan een touwtje.
Tot het overgaat,
tot het overgaat.
Een treinwagon met toevallig alleen maar vrouwen erin blijft stilstaan in een weiland. Een treinstoring waarschijnlijk, of is er misschien iets anders aan de hand?...
x
Het leven van vier vriendinnen in de overgang. Ze ontmoeten elkaar in de fitnessruimte en klagen over de afnemende belangstelling van mannen, het teloorgaan van de jeugd, de schaamte van hun kinderen, fysiek ongemak en alles wat zich verder aandient.
> voor: straattheatergroep Il Popolo, Nijmegen
Au au au ouder
Au au au ouder!
De lubber in je vel,
de blubber in je billen
en pijntjes in je rug en in je schouder –
au au au ouder!
De klad in je gestel,
de lebber in je lurven,
je buste zakt tot onderin zijn houder –
au au au ouder!
Dikke dijen dijen uit
en geen vent die naar je fluit,
je staat ineens te janken bij de aanblik van een bruid
want je wordt ouder.
Au au au ouder!
Ja, ze noemen je wel wijs
maar je haren worden grijs,
je aderen gaan spatten en je hart betaalt de prijs,
ook dat wordt ouder.
Au au au ouder!
Niet meer lezen zonder bril
niks meer wezen zonder bril,
ik zou niet eens lekker kunnen kezen zonder bril
ja, je wordt ouder.
Au au au ouder!
In de overgang, je weet
dat je hele dagen zweet
van je liezen tot je oksels, van je oksels tot je reet,
al weer wat ouder.
Au au au ouder!
Het leven van vier vriendinnen in de overgang. Ze ontmoeten elkaar in de fitnessruimte en klagen over mannen, het teloorgaan van de jeugd, fysiek ongemak en alles wat zich verder aandient...
x
In een straat kan iedereen het goed met elkaar vinden, al wonen er rare types als een zonderling, twee nuffige zussen en een vrouwengek en ook al is er ooit een moord gepleegd. Dan duikt er iemand op die de vermoorde wil wreken. Hij toont zich een ware intrigant en de zaak loopt uit de hand. Er moeten heel wat ballons worden doorgeprikt en geheimen worden onthuld voordat het jaarlijke straatfeest gehouden kan worden. Hoe sterk is burentrouw? Hoe tolerant zijn de buren in tijden van nood?
> voor: Souvenir Theater Compagnie, Tilburg
> muziek: Jetse Bremer
> artistieke leiding: Hans van den Brand
Iedereen heeft een geheim
Iedereen
heeft een geheim.
Iedereen
houdt iets verborgen.
Iedereen
maakt zich ooit zorgen
dat men alles van hem weet
dat niet alles valt te rijmen.
Iedereen
heeft geheimen.
Iedereen
heeft een geheim
Iedereen
houdt wel iets achter
Iedereen
praat soms wat zachter
dan de eerlijkheid gebiedt
of begint meteen te slijmen
Iedereen
heeft geheimen
In een straat kan iedereen het goed met elkaar vinden, al wonen er rare types en ook al is er ooit een moord gepleegd. Dan duikt er iemand op die de vermoorde wil wreken...
x
Een groep kinderen ontwaakt in een omgeving die ze niet kennen. Wat is er aan de hand? Is het erg omdat ze misschien vergeten zijn of juist leuk omdat ze niet meer naar school hoeven? Er was iets met een vlucht en met fantasie. Langzaam komen ze er weer achter. Hoe nu verder?
> voor: kinderkoor De Kickers en de jeugdblazers van Crescendo, Purmerend
> muziek: Jetse Bremer
> in opdracht van: Unisono.
Hello, Bonjour
Good afternoon sir, do you know
A place to hide, a way to go?
We are forgotten, we are lost,
Weet u hoeveel de trein hier kost?
Maar is dit Engeland of nog Turkije
Dan moeten we nog kilometers rijen.
Bonjour monsieur, madame, ca va?
Nous sommes ici, mais ca, c’est quoi ?
Et bien, c’est bon, la tour Eiffel,
Wij willen weg, begrijpt u wel ?
Maar is dit Frankrijk al of Slowakije?
Dan moeten we nog kilometers rijen.
Buenos dias, por favor,
¿Donde esta el tren, senor?
Queremos partir de aqui !
En iemand weet wel hoe, maar wie?
En is dit Spanje wel of Lombardije?
Dan moeten we nog kilometers rijen.
Een groep kinderen ontwaakt in een omgeving die ze niet kennen. Wat is er aan de hand? Er was iets met een vlucht en met fantasie. Langzaam komen ze er weer achter. Hoe nu verder?
x
Een blaaskaak vertelt sterke verhalen op zijn verjaardag. Als hij voordoet hoe hij ooit bijna van zijn balkon viel komt hij echt ten val. Tijdens zijn begrafenis wordt aanvankelijk alleen goeds van de dode gesproken, maar langzamerhand komen ook zijn ondeugden boven water. Als verschillende groepen elkaar in de haren willen vliegen neemt het verhaal een onverwachte wending.
> voor: Be Sharp! uit Utrecht
> muziek: Jetse Bremer
> regie: Ella Kwakkestein
Waar zou hij zijn?
Kan hij ons vanaf de overkant nog zien,
ziet hij de vouw in onze zwarte kleren?
Ziet hij de tantes al maar broodjes smeren?
En hoe we naar hem kijken? Ja misschien.
Kan hij ons van daarginds soms ook nog horen?
Hoort hij wie er weer vals zong in de kerk?
Hoort hij hoe wreed de klokken in de toren
zijn pas verworven zielenrust verstoren?
Nee, hij ligt vast op een wolkje
en kijkt niet naar beneden
waar ’t triest geklede volkje
nog leeft in zijn verleden.
Al zijn het er zovelen
al huilt men keer op keer
het kan hem niks meer schelen
want hij, hij is niet meer.
Is hij nu in de ruimte opgegaan
en vliegt hij zomaar dwars door de planeten?
en zou hij dat dan zelf gewoon nog weten?
Zag ik daarnet zijn schaduw op de maan?
Heeft hij de melkweg helemaal verlaten
en is hij in de oersoep opgelost?
Of speelt hij met de lui die er al zaten
verstoppertje rondom de zwarte gaten?
Maar al zweeft hij daar nog ergens
hij is ons vast vergeten.
Hij is op weg naar nergens
waar niks meer valt te weten.
Al treuren wij die leven
vandaag en morgen weer,
het is hem om het even
want hij, hij is niet meer.
En toch, toen ik zojuist over het kerkhof liep
Zou ik toch zweren dat hij naar me riep.
Een blaaskaak vertelt sterke verhalen op zijn verjaardag. Als hij voordoet hoe hij ooit bijna van zijn balkon viel komt hij echt ten val. Tijdens zijn begrafenis komen zijn ondeugden boven water...
x
Een kleine gemeenschap woont in de buurt van water. Op een dag roept één van hen in paniek dat de dijken op springen staan. Redding is uitgesloten. Wat moet er gebeuren: bouwt men een ark, wordt er gebeden of juist gefeest? Wie of wat is er trouwens de oorzaak van dat deze mensen zo zijn vervloekt dat de ondergang dreigt? Is er toch nog een uitweg?
> voor: Flevolands kamerkoor Cappella Aequora, Lelystad
> muziek: Jetse Bremer
Vissen worden
Misschien valt het wel mee:
we zijn gewend aan water,
aan water en aan zee.
Eerst is het eng maar later
is het wel oké.
Misschien valt het wel mee:
we kunnen toch niet zonder,
niet zonder onze zee?
Misschien blijven we onder
levend en tevree;
kun je leven onder zee.
Dan zal onze soort zich vernieuwen,
vanuit een heel ander begin.
Dan komen er mensen met kieuwen,
een staart en een enkele vin.
We zullen niet langer aan wal zijn
maar poedelend leven we toch.
De ene zal eerder een kwal zijn
de ander een paling of rog.
We worden kalm als een zalm,
of kaal als een aal.
Je wiebelt met je schubben,
Dat kan dan allemaal.
Je wordt piranha, dat kan ja,
een orka of dolfijn;
ik wou mijn hele leven
al een stekelbaarsje zijn.
Het is een openbaring
je weet niet hoe het is:
als ongegeten haring,
als ongevangen vis.
Een kleine gemeenschap woont in de buurt van water. Op een dag roept één van hen dat de dijken op springen staan. Redding is uitgesloten. Wat moet er gebeuren: bouwt men een ark, of...?
x
Het kerstverhaal opnieuw verteld in zeven liedjes en enkele dialogen.
> voor: kinderkoor van het Cantoraat van de St. Jan, Den Bosch
> muziek: Jetse Bremer
Geboren in de stal
Maar dan: kom gauw,
zo zegt hij tot zijn vrouw,
en neemt haar dan voorzichtig bij de arm.
Hij weet het al,
daar is een oude stal,
niet sjiek en niet modern, maar lekker warm.
Er is al een ezel, er woont al een os,
er is plaats voor wel zeventien schapen.
Dus Josef maakt doodmoe de rugzakken los;
hier kunnen ze eventjes slapen.
En onverwacht,
haast midden in de nacht,
dan wordt de hemel licht als nooit tevoren.
Daar is het kind,
een nieuwe tijd begint,
want daar wordt Jezus in de stal geboren.
Dan blazen ze zachtjes, de ezel en os
en alle aanwezige schapen.
Het kindje wordt warm en dan krijgt het een blos
zo kan het tenminste gaan slapen.
Het kerstverhaal opnieuw verteld in zeven liedjes en enkele dialogen...
x
Thersites de bultenaar, uit de Ilias van Homerus, blijft per ongeluk achter op de kust van Troje als de strijd voorbij is. Hij vindt zichzelf de belangrijkste Griek en moet op weg naar huis tal van gevaren trotseren, net als Odysseus. Maar het loopt anders. Tegen beter weten in blijft hij zich op de borst kloppen, totdat hij uiteindelijk in de onderwereld toe durft te geven wat en wie hij is. Dan blijkt hij tot veel in staat.
> Uitgevoerd door de auteur in de titelrol met zangkwartet.
Uitweg
(naar ‘Libera me’, uit Requiem van Fauré)
Is er dan geen uitweg meer, geen vlucht naar een hoger plan?
Is dit voor ieder het einde, een eind dat eeuwig duurt?
Wie verklaart mij de tocht,
ik ging en ik zocht,
ik vocht maar waarvoor, waartegen?
Het hemelrijk, is dat het niets?
Laat mij dan niets, dan niets meer.
Daar wuift een hand, daar wenkt het hemelrijk –
land van altijd groene weiden.
Ik zie het steeds met mijn ogen gesloten.
Dagen lengen, dagen brengen
leegte en kwelling, nergens rest een droom.
Dagen korten, dagen storten
nood en angst uit in steeds dezelfde stroom.
Zachter, zachter, zwijg dan,
niemand haalt je uit de ban.
Denk niet dat iemand het doorbreken kan.
Thersites de bultenaar, uit de Ilias van Homerus, blijft per ongeluk achter op de kust van Troje als de strijd voorbij is. Op weg naar huis moet hij tal van gevaren trotseren, net als Odysseus...
x